Het complot om George Washington te vermoorden tijdens de Amerikaanse Revolutie was een sinistere en gevaarlijke samenzwering die de Amerikaanse onafhankelijkheidsbeweging ernstig bedreigde. Het speelde zich af in 1776, een cruciale periode waarin de Amerikaanse koloniën in een bloedige oorlog waren verwikkeld met Groot-Brittannië. Terwijl de ondertekening van de Onafhankelijkheidsverklaring nog moest plaatsvinden, zochten de Britten naar manieren om de opkomende Amerikaanse republiek te verzwakken, en een van hun plannen was om de leiders van het Continentale Leger, waaronder George Washington, te elimineren.
Het complot werd gesmeed door William Tyron, de door de Britten benoemde gouverneur van New York, en David Matthews, een loyalistische burgemeester van New York City. Tyron, die eerder schuldig was bevonden aan het runnen van valsemunterij om de toch al wankele economie van de koloniën te ondermijnen, zag in het elimineren van George Washington een kans om de rebellerende koloniën een beslissende klap toe te brengen. Samen met Matthews, die loyaal aan de Britten was, beraamden ze een duister plan om Washington en andere leiders van het Continentale Leger te vermoorden.
De sleutel tot hun samenzwering was het gebruik van een verrader uit de eigen gelederen van Washington’s Life Guard – een elitetroepenkorps dat rechtstreeks aan Washington rapporteerde. Thomas Hickey, een voormalig lid van het Britse leger uit Ierland, was een van de geselecteerde leden van de Life Guard. Hoewel het onduidelijk is wanneer Hickey zich bekeerde tot de loyalistische zaak, werd hij gerekruteerd om anderen binnen de Life Guard te overtuigen om deel te nemen aan het complot.
Het complot kwam echter aan het licht door een speling van het lot. Hickey werd gevangen gezet op verdenking van valsemunterij, en in de gevangenis pochte hij over zijn betrokkenheid bij het moordcomplot tegen Washington. Onbedoeld belandden zijn opschepperijen bij medegevangenen die loyaal waren aan de Amerikaanse zaak, en zij namen onmiddellijk actie door het complot te melden aan het Comité voor het Opsporen en Verslaan van Samenzweringen.
Het Comité voor het Opsporen en Verslaan van Samenzweringen, onder leiding van John Jay, was een New Yorks uitvoerend orgaan dat voornamelijk bestond uit patriottische inlichtingenofficieren en spionnen. Hun primaire missie was het onderzoeken en ontmantelen van alle mogelijke samenzweringen die gericht waren tegen de vrijheden van Amerika. Jay, die later een van de founding fathers zou worden en de eerste opperrechter van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten, was van cruciaal belang bij het inlichtingenwerk en de contraspionage die nodig waren om dergelijke bedreigingen te neutraliseren.
Dankzij het efficiënte en vastberaden werk van het Comité werd het complot om George Washington te vermoorden verijdeld. Thomas Hickey werd voor de krijgsraad gebracht en op 26 juni 1776 schuldig bevonden aan muiterij en verraad. Twee dagen later, op 28 juni, onderging hij publiekelijk de dood door ophanging in New York City voor een menigte van 20.000 toeschouwers. Deze krachtige boodschap was bedoeld om andere loyalisten en mogelijke verraders af te schrikken van het steunen van toekomstige complotten tegen de jonge republiek.
Hoewel het elimineren van Hickey een belangrijke stap was, bleven er andere bedreigingen bestaan. Een van de meest beruchte gevallen was die van Benedict Arnold, die later in de revolutie de Amerikaanse zaak zou verraden. Ondanks deze uitdagingen bleef de Amerikaanse onafhankelijkheidsbeweging volharden en uiteindelijk zegevieren.
Het verijdelen van het complot om George Washington te vermoorden blijft een cruciaal en minder bekend onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis. Zonder het kordate optreden van het Comité voor het Opsporen en Verslaan van Samenzweringen en andere patriotten, zou de loop van de geschiedenis anders kunnen zijn geweest. Het toont aan hoe de vroege Amerikaanse republiek te maken kreeg met interne dreigingen en hoe vastberadenheid en inlichtingenwerk van vitaal belang waren om de nationale veiligheid te waarborgen en uiteindelijk vrijheid en onafhankelijkheid te verzekeren.